/rechter_tie/inleidingen Rechter Tie / Robert van Gulik

Alle teksten en illustraties uit het werk van Robert van Gulik
zijn © Erven R.H. van Gulik

Inleidingen bij de Rechter Tie-verhalen — Thomas van Gulik

Het spookklooster

Een eindeloos durende taxirit door het stroperige verkeer van Beijing brengt mij bij het klooster De Witte Wolken Hal. Dit oude taoïstische klooster is gelegen in een onopvallende wijk van de stad. Lopend tussen een aantal kraampjes waar souvenirs en wierook worden verkocht wenkt een waarzegster mij vanachter een tafeltje. Een grote poort met aan de bovenzijde een bord met in Chinese tekens de naam van het klooster (Baiyunguan) geeft toegang tot een ruime binnenplaats. In een mooi versierd stenen vat dat met wit zand gevuld is branden ontelbare wierookstokjes, die je bij de toegangspoort kunt kopen en aansteken om de goden gunstig te stemmen. De lucht is gevuld met de geurige rook van de brandende stokjes. Monniken in lange zwarte gewaden en zwarte kappen lopen in en uit de gebouwen rond de binnenplaats. In de nissen zijn felgekleurde beelden opgesteld van taoïstische heiligen, ieder met duivelse gelaatstrekken. Langs gangen met balustraden van roodgelakt hout kun je van het ene naar het andere gebouw lopen terwijl je op iedere hoek een opvallend goed uitzicht hebt over de binnenplaats.

Ik ben met mijn broer en zus in Beijing op doorreis naar Chongqing (Chungking) voor het bijwonen van een symposium ter gelegenheid van de 100e verjaardag van onze vader Robert van Gulik (1910–1967). Het symposium vindt plaats in het nationaal museum (China Three Gorges Museum) om de bijdragen te belichten die deze Nederlandse sinoloog op cultureel en literair gebied in China had.

Robert van Gulik studeerde sinologie en oosterse letteren in Leiden en Utrecht. Na het schrijven van zijn proefschrift over de paardencultus in China trad hij in dienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Na zijn eerste post in Tokio werd hij in 1943 als Chinakenner uitgezonden naar Chongqing, de oorlogshoofdstad van China waar gedurende de Japanse bezetting de Nederlandse ambassade was gevestigd. Tijdens een reis naar Beijing in 1946 bracht hij een bezoek aan het klooster De Witte Wolken Hal. Hij kende de abt van het klooster, An Shilin, een verlicht man die bekendstond als een groot geleerde en een voortreffelijk speler van de Chinese zevensnarige luit, een van de oudste muziekinstrumenten in China. Er bestaat een foto waarop Robert van Gulik naast An Shilin zit die aan een stenen tafel de luit bespeelt in een rotstuin achter het klooster. Ik loop door dezelfde rotstuin die nog steeds een onderdeel vormt van het klooster en bestijg een van de vele trappen langs de kloostergebouwen. Veel voorstellingsvermogen is niet nodig om daar rechter Tie de trappen te zien opgaan in dit ‘Klooster der Morgenwolken’ zoals wordt beschreven in de roman Het spookklooster.

Deze verlichte An Shilin scheen in het geheim duistere experimenten uit te voeren met jonge vrouwen. Toen deze wandaden in 1947 aan het licht kwamen werd hij door de monniken van het klooster levend begraven. Het klooster en het ontluisterende verhaal van de alom gerespecteerde abt vormden de inspiratiebron voor Het spookklooster, Robert van Guliks vijfde Rechter Tie-detectiveroman, voor het eerst uitgekomen in 1962.

Robert van Gulik gaf de historische Chinese meesterspeurder Tie de hoofdrol in zijn Rechter Tie-mysteries, als evenbeeld van Sherlock Holmes en inspecteur Maigret. De verhalen zijn geplaatst in het China van de zeventiende eeuw tijdens de Ming-dynastie (1368–1644), een periode waarin China een grote culturele bloei kende. De historische rechter Tie leefde bijna duizend jaar eerder, maar het Ming-tijdperk gaf de schrijver meer vrijheid in het kiezen van het decor voor zijn verhalen. Zo tekende hij zijn illustraties in de originele Chinese stijl van die periode.

De Rechter Tie-serie geeft de lezer een goed beeld van de Chinese zeventiende-eeuwse samenleving. Rechter Tie had drie vrouwen, zoals gebruikelijk was in die tijd in China. In Het spookklooster legt rechter Tie terloops uit dat ze niet alle vier samen sliepen, maar dat ieder zijn eigen slaapkamer had en dat hij de nacht wisselend met een van hen daar doorbracht. Ook leren we dat er in die tijd in China twee godsdiensten bestonden: het confucianisme, de staatsgodsdienst die op een stelsel van gedragsregels was gebaseerd, en het taoïsme, dat meer in een mystieke beleving voorzag met veel symboliek en magische diensten. Het taoïsme gaat door waar het confucianisme is blijven steken, laat de schrijver Soen, de tegenspeler van rechter Tie, in het boek zeggen. Rechter Tie als verpersoonlijking van het gezag is een overtuigd confucianist en komt in het spookklooster in conflict met de verheven leer van het taoïsme. Evenwel zegt hij over het taoïsme ‘dat het tenminste een zuiver Chinees geloof is, en niet een importartikel uit het barbaarse Westen [hier worden India en Tibet bedoeld], zoals het boeddhisme!’ Dat terwijl in China nu het boeddhisme de meeste volgelingen kent.

Robert van Gulik schreef Het spookklooster in 1959 in Beiroet, Libanon, waar hij van 1956 tot 1959 Nederlands ambassadeur was. Wij woonden in de voormalige residentie van de Turkse gouverneur van Libanon tijdens de Ottomaanse overheersing. De hal van wit marmer was zo groot dat ik daar met mijn kinderfietsje gemakkelijk in kon rondfietsen. In de diepgelegen kelders waren bergkamers met tralies waarin, zo werd mij verteld, ongehoorzame bezoekers vroeger werden opgesloten. Daar had de Galerij der Gruwelen beschreven in Het spookklooster zo ingepast.

Het spookklooster speelt zich af gedurende één nacht in het Klooster der Morgenwolken, een oud taoïstisch klooster hoog gelegen tegen een steile bergwand. Het klooster was gebouwd volgens een plattegrond die volgens taoïstische traditie de structuur van het Universum uitbeeldde. Chronologisch volgt deze roman op Meer van Mien-yuan in welk district rechter Tie per Keizerlijk besluit als magistraat was aangesteld.

Interessant aan Het spookklooster zijn de opvallende overeenkomsten tussen dit boek en De naam van de roos, de beroemde roman van Umberto Eco uit 1980. Beide romans spelen zich af in een afgelegen klooster waar raadselachtige moorden zijn gepleegd. Een religieuze tegenstelling speelt in beide boeken een belangrijke rol en ongeoorloofde praktijken tussen de inwoners van het klooster en vrouwen worden door beide auteurs beschreven. En zelfs in de ontknopingen van beide romans zijn duidelijke gelijkenissen te zien, maar die zal ik hier niet onthullen.

Ik loop weer door de poort het klooster De Witte Wolken Hal uit. De lucht is betrokken en het begint te onweren. In de stromende regen worden zeildoeken over de kraampjes gespannen. De waarzegster heeft haar tafeltje ingeklapt en zoekt beschutting onder een van de zeildoeken. Als ik omkijk zie ik door de dichte regen de schimmige contouren van de kloosterdaken. Rechter Tie wacht een zware nacht. Door een kloosterraam ziet hij personen die er niet zijn en in de gang hoort hij stemmen van onzichtbare bewoners. Hij wordt in het spookklooster geconfronteerd met een meervoudige moord en een taoïstisch meesterbrein.


© Erven R.H. van Gulik