/rechter_tie/nawoorden Rechter Tie / Robert van Gulik

Alle teksten en illustraties uit het werk van Robert van Gulik
zijn © Erven R.H. van Gulik

Nawoorden bij de Rechter Tie-verhalen

In het algemeen heb ik ernaar gestreefd de traditionele Chinese stijl zoveel mogelijk te handhaven. Ik noem trekken zoals de proloog in het eerste hoofdstuk, waarin de voornaamste gebeurtenissen van de roman zelf op bedekte wijze vooraf worden aangekondigd, het stichtelijke versje aan het begin, en de titels der hoofdstukken in twee parallelle regels. Ook heb ik een aloude Chinese traditie gevolgd door aan het eind een beschrijving te geven van de terechtstelling der misdadigers. De Chinezen redeneren — niet geheel ten onrechte — dat indien men de misdaad die een persoon bedreven heeft in details beschrijft, het logisch is dat ook aan de vergelding van dat misdrijf dezelfde aandacht wordt besteed. Bovendien eist dit het Chinese rechtsgevoel.

Dit verhaal speelt in de zevende eeuw n.Chr., in Kao-yang — ook wel Poe-yang genoemd — een stad in de Provincie Kiangsoe, gelegen aan het Keizerlijk Kanaal dat het Rijk van Zuid naar Noord doorsneed. De lezer zal op het schutblad voor in dit boek een plattegrond van die stad vinden. Maar ik heb de gewoonte van Chinese auteurs uit de Ming-dynastie overgenomen, die personen en dingen zo beschreven alsof ze voorkwamen in hun eigen tijd, al speelden hun verhalen zich ook af in de Tang- of andere oudere perioden. Hetzelfde geldt voor mijn illustraties: interieurs, zeden en kleding daar afgebeeld komen meer overeen met die der Ming-dynastie (1368–1644 n. Chr.) dan met die van de Tang-periode (618–907 n. Chr.) waarin deze roman speelt.